Constant van den Stock Stadion

april 1st 2011 | Posted in

Verhaal van het stadion

Op 1 april 1917 keurde de voltallige gemeenteraad van de gemeente Anderlecht een bouwaanvraag goed voor een gemeentelijk stadion in het toenmalige Meirpark (het huidige Astridpark). Het stadion kon reeds in gebruik genomen worden aan het einde van het voetbalseizoen 1917-1918, amper tien maanden na het goedkeuren van de bouwaanvraag door het gemeentebestuur. Naar de naam van het stadion moest men niet lang zoeken, het werd genoemd naar de eerste mecenas van de club Emile Versé. Deze naam zou behouden blijven tot in 1983.

In 1935 steeg Sporting definitief naar de Eerste afdeling. In dat jaar werd de houten tribune vervangen door een betonnen gevaarte met glazen wanden. Deze tribune was meteen één van de modernste van het Europese vasteland. Het gemeentebestuur van Anderlecht was zo enthousiast over de promotie van Sporting naar de ereafdeling dat het aan de club een concessie van 40 jaar verleende tegen zeer gunstige voorwaarden.

In 1953 werden de 7.000 staanplaatsen recht tegenover de hoofdtribune in beton gegoten en overdekt. De pilaren die het dak moesten ondersteunen werden zover mogelijk naar achteren geplaatst zodat de toeschouwers een optimaal zich op het veld hadden en er weinig hinder van ondervonden. Sporting Anderlecht beschikte toen over één der modernste stadions maar toch zat men niet stil. Nauwelijks één jaar later werd de lichtinstallatie in gebruik genomen met een galawedstrijd tegen het Argentijnse RC Buenos Aires. Op 30 augustus 1958 werd de nieuwe hoofdingang van het stadion in gebruik genomen met een galawedstrijd tegen het grote FC Barcelona.

De capaciteit van het Emile Versé stadion werd opgevoerd naar 37.000 plaatsen, maar toch moest Sporting Anderlecht uitwijken naar het Heizelstadion voor zijn Europese wedstrijden gezien de enorme belangstelling waarop deze duels steeds mochten rekenen.

In 1962 werd er op de staanplaatsen langs de kant van het park een nieuwe zittribune gebouwd. Deze tribune leverde de club een bijkomende capaciteit van 2.500 plaatsen op. Dit bouwwerk werd genoemd naar de toenmalige secretaris van Sporting Eugène Steppé. Aan het eind van de jaren 70 was het Verséstadion volledig overdekt want ook de staanplaatsen waar de Anderlechtse spionkop stond, kregen een dakbedekking. Drie jaar later werd ook de accommodatie voor de pers vernieuwd en voorzien van verwarming, tevens werd er ook een platform geïnstalleerd voor radio en TV.

Op 20 september 1980 woonden maar liefst 38.349 kijkers de schok tegen Standard Luik bij in het Verséstadion, meteen het grootste aantal toeschouwers die een wedstrijd bijwoonden in het Verséstadion ooit. Drie jaar later besloot het bestuur van de club onder impuls van toenmalig voorzitter Constant Vanden Stock tot een volledige renovatie van het stadion in drie fasen.

De daad werd meteen bij het woord gevoegd en de hoofdtribune uit 1935 werd meteen tegen de vlakte gegooid. In de plaats kwam er een moderne zittribune met 5.200 plaatsen vooral oranje kuipzitjes. De vier imposante lichtmasten waarin nogal eens supporters een plaatsje vonden bij belangrijke confrontaties verloren hun plaats en werden vervangen door verlichting die over de hele lengte van het dak werd aangebracht. Tussen de eerste en tweede verdieping van het nieuwe gebouw kregen 31 logeboxen een plaatsje waarin heerlijke maaltijden worden geserveerd aan genodigden van geïnteresseerde bedrijven. Meteen deed de commercie haar intrede in het Belgische voetbal.

Aan de buitenzijde van deze nieuwe tribune werd meteen de nieuwe naam van het stadion aangebracht. Het nieuwe stadion werd meteen genoemd naar de huidige ere-voorzitter Constant Vanden Stock.

In 1985 rees aan de overzijde van het veld een kopie uit haar as van deze tribune. Alleen werden bij dit bouwwerk de 31 logeboxen vervangen door drie rijen business-seats met daarachter bar en restaurant. Deze verbouwing had ook tot gevolg dat het aantal zitplaatsen steeg tot 21.163 plaatsen en dat de staanplaatsen werden ingekrompen tot 6.900. Twéé jaar later was het de beurt aan de tribunes achter beide doelen om vervangen te worden. Het Constant Vanden Stockstadion werd hierbij omgetoverd tot een erg moderne voetbalkuip Door het grote aantal zitjes werd de capaciteit teruggebracht tot 32.000 plaatsen.

In 1992 won de club de prijs van het Internationaal Olympisch Comité voor architectuur in de sport. Het kostenplaatje van de renovatiewerken bedroeg 1,5 miljard Belgische frank. De club genoot geen overheidssteun maar financierde de renovatiewerken met de opbrengst van loges en business-seats.

In de zomer van 2012 werd het stadion gerenoveerd waarbij alle platte oranje zitjes werden vervangen door klapstoelen in de clubkleuren (waaronder 651 VIP seats en nieuwe plaatsen voor de pers), de staanplaatsen achter beide doelen werden voorzien van opklapbare zitjes met borstwering, de gangpaden werden verbreed en de perszaal en andere ruimtes werden vernieuwd. Ook kregen de muren achter de staanplaatsen, de hoektoren en dakrand een paars-wit jasje aangemeten. Op die dakrand werden, zoals bij het Franse Paris Saint-Germain, de naam van de club, het stichtingsjaar en de drie kampioenssterren aangebracht. In een deel van de business seats werd het glas weggehaald en zowel op de onder- als bovenring werd LED-boarding geplaatst. De capaciteit daalde tot 21500 met gebruik van de staanplaatsen en 19000 in volledig zittende configuratie (Europees).

Bron: www.rsca.be

Fiche

Naam: Constant van den Stock Stadion
Adres: Theo Verbeecklaan 2, 1070 Brussel
Totale Capaciteit: 21 500
Bouwjaar: 1918
Laatste Renovatie: 2012
Eigenaar: RSC Anderlecht
Bespeler: RSC Anderlecht
Lichtcapaciteit: 1200 lux

Verdeling van de capaciteit

Totale capaciteit: 21 500
Zitplaatsen: 13 860
Staanplaatsen: 5 000 (2 500 zitplaatsen Europees)
Outdoor VIP: 651 plaatsen
Logecapaciteit: 406
Verdeling loges: 31 voor 10 personen, 8 voor 12 personen
Business seats: 1 583
Verdeling business seats: 432 in tribune II, 585 in tribune III, 566 in tribune IV

Foto’s

Links