BRUSSEL - Over minder dan een jaar heeft Brussel een nieuwe concertzaal waar plaats is voor 15.000 mensen. Het is de eerste stap in het ambitieuze Neo-project, dat de Heizelsite naar de 21ste eeuw moet halen.
De slag om grote internationale sterren in de muziek- en sportwereld kan beginnen. Tegenover de monopoliepositie van het Sportpaleis in Antwerpen komt vanaf voorjaar 2013 het Paleis 12, een nieuwe multifunctionele zaal in Noord-Brussel. Iets zuidelijker in de hoofdstad maakt Vorst Nationaal zich bovendien klaar voor een nieuwe aanpak.
Paleis 12 kan snel een begrip worden. De zaal, die gebouwd werd in 1989, is deel van het Tentoonstellingspark. Ze ligt tegenover de Kinepolis, kan rekenen op vlotte verbindingen met metro, tram en bus, biedt dichtbij 12.000 parkeerplaatsen aan en is door de nabijgelegen ring heel vlot bereikbaar. Meerdere bedrijven en adviseurs zullen zich in het komende jaar bezighouden met de mobiliteit, de toegankelijkheid, de veiligheid en de akoestiek. De inrichting van de ruimte zal 15 miljoen euro kosten aan de stad Brussel.
Burgemeester Freddy Thielemans (PS) noemde de beslissing over Paleis 12 een ‘antwoord op een veelgestelde vraag van het publiek' en een ‘eerste fase in de herinrichting van de Heizel'. Daarmee verwees hij naar het Neo-project, dat de Heizel helemaal opnieuw wil inrichten. De Brusselse gemeenteraad zette begin mei het licht op groen voor de aanbesteding van een nieuw winkelcentrum (70.000 vierkante meter) en een congrescentrum, met daarbij 50.000 vierkante meter woningen en een luxehotel.
De nieuwe zaal lijkt niet op de bestaande Belgische zalen met die capaciteit. In tegenstelling tot het amfitheater van Vorst Nationaal en de wielerbaan van het Sportpaleis, dat een hoge constructie is, heeft deze zaal een vrij laag booggewelf. Met de nodige opsmuk en de broodnodige ventilatie kan in Paleis 12 een clubsfeer ontstaan op grote schaal.
Een nadeel voor de zichtbaarheid is dat de hele oppervlakte vlak is, maar daar moeten de modulaire tribunes dus een oplossing bieden. Dat de zaal verkleind kan worden, zorgt ervoor dat Brussel hiermee nu ook over een middelgrote zaal beschikt. De organisatie mikt heel ambitieus op 150 ingevulde avonden per jaar en meer dan een miljoen bezoekers.
Tribunes
In de concurrentieslag die kan ontstaan met Vorst Nationaal en het Sportpaleis speelt vooral de capaciteit. Voor Paleis 12 wordt gedacht aan afwisseling: de ruimte kan dienen voor congressen, exposities, recepties, sportevents, concerten. Ze kan aan 2.500 tot 15.000 personen aangepast woorden. Zo telt de vaste tribune achteraan 2.430 zitjes, maar kunnen daar meerdere al dan niet uittrekbare tribunes aan toegevoegd worden.
Vorst Nationaal, dat eigendom is van Music Hall Group, heeft een capaciteit van 10.000 bezoekers. Het Sportpaleis is aan het uitbreiden tot 23.500 mensen, en heeft ook de Lotto-Arena (capaciteit 8.000). Zo bekeken heeft elke zaal haar eigen grenzen. Maar omdat ze alle drie mikken op massa-entertainment in de vorm van concerten en sportwedstrijden, zijn ze ook concurrentieel.
Afgunst
Burgemeester Freddy Thielemans (PS) zag dat gisteren niet zo. ‘We zijn complementair met het Sportpaleis', zegt hij zelfzeker.
Daar moet Jan Van Esbroeck, bestuurder van het Sportpaleis, om glimlachen. ‘Paleis 12 mikt op precies dezelfde artiesten en dezelfde capaciteit. Ik proef hier afgunst omdat Antwerpen in de voorbije jaren een centrumrol gespeeld heeft in deze branche. Oké, we zullen de concurrentie aangaan, al is die niet zo gezond omdat wij puur privé werken. Paleis 12 heeft zeker het voordeel dat het in de hoofdstad zit, en ze moeten geen rekening houden met de Vlaamse geluidsnormen. Maar ze zullen ook gauw ervaren dat je een zaal niet zomaar in de markt zet. Zeker niet als je er ook soms beurzen in houdt. Dat knaagt aan de identiteit.'
In Vorst klinkt ook enige bezorgdheid. Algemeen directeur Dries Sel: ‘Het was vorig jaar al de bedoeling dat Paleis 12 met 20.000 plaatsen zou concurreren met het Sportpaleis. Dat zou complementair zijn. Als ze daar echter 15.000 bezoekers of minder voorzien, wordt het een iets ander verhaal. Twee zalen met ongeveer dezelfde capaciteit, dat kan niet in één regio. We zullen beter moeten nadenken over onze complementariteit. Ik reken erop dat we daarover samenzitten met het Brussels Gewest.'