door Zulte Waregem Sup. » za 10 jun 2023, 06:29
Mysterieuze kwelduivel van Antwerp-voorzitter Gheysens doorbreekt de stilte met een verregaand voorstel: “Maar dan moet hij zijn rood-witte hart laten spreken”
Tania Mintjens (58) wil voor één keer praten. Eén keer haar kant van het verhaal vertellen. En dan nooit meer. De eigenares van de gronden waarop het Antwerp-stadion staat, doet een verregaand voorstel om het vastgelopen dossier te deblokkeren. Maar verkopen aan voorzitter Paul Gheysens, daar denkt ze niet aan. “Ik ben de beste garantie dat de club altijd zal kunnen blijven voetballen op dat plein.”
Ze was totaal van de kaart, zegt Tania Mintjens, toen Antwerp-voorzitter Paul Gheysens haar tijdens de kampioenenviering omschreef als “het probleem Mintjens”, die weigert de grond van de Bosuil aan hem te verkopen. Met als gevolg dat hij naar eigen zeggen een deel van het stadion niet kan verbouwen, zodat het niet ten volle benut wordt. Nu wil ze zelf haar verhaal doen. De enige keer. “In volle transparantie. Ik heb niks te verbergen.” Ze spreekt snel. Zoals ze denkt. De woorden stuiteren alle kanten op, in dat wat lijzige Kempens accent. Aan de andere kant van de videoverbinding liggen acht bladzijden voor haar. Het is haar waarheid. “Dé waarheid”, zegt ze.
“Er is heel veel over mij geschreven de afgelopen week. Veel daarvan klopt niet. Een ding is wel juist: ik ben een koppige Kempense.” Wat ook klopt: ze schuwt de aandacht. “Ik wil geen BV worden. Het heeft me nooit geïnteresseerd om in de belangstelling te staan. Ik denk dat dat mijn volste recht is.” Daarom wil ze ook absoluut niet dat er een recente foto van haar bij dit interview verschijnt.
Tania Mintjens verblijft dezer dagen in de VS, voor zaken. Ergens in de buurt van Washington, concreter maakt ze het niet. Het is al een eeuwigheid geleden dat ze op de Bosuil is geweest. Met een reden. “Ik ben Antwerpfan, maar als je mij was, zou jij je dan in volle glorie laten zien in het stadion? Ze nagelen me nu al aan de schandpaal. Ik blijf er beter weg, ook al doet dat pijn. Ik durf echt niet.”
Ook daarom: geen foto. “Dan weet niemand hoe ik eruitzie. De beelden die van mij circuleren zijn al vijftien jaar oud en redelijk onherkenbaar, gelukkig.” Dat haar kwelduivel Paul Gheysens haar op die manier ook niet kan herkennen is niet meer dan een aardige bijkomstigheid zegt ze, waarna ze luid en uitbundig lacht. Niet voor de laatste keer tijdens ons twee uur durend gesprek. “Kom mannen, vraag maar wat je wil. Ik luister.”
Waarom komt u ineens wel naar buiten met uw kant van het verhaal?
“Het is absoluut niet met mijn goesting, maar mijn vrienden en familie vonden dat ik moest reageren. Mijnheer Gheysens heeft me in volle viering voor iedereen die het horen wilde afgeschilderd als het probleem Mintjens. We waren net kampioen, maar ik was de heks die de club tegenwerkt, de geldwolf die Antwerp geen titel of beker gunt. Dat is hard aangekomen. Het was alsof naast Brabo op de Grote Markt de guillotine al klaarstond, of de brandstapel.”
Het is niet de eerste keer dat u in het oog van de storm terecht komt. Toen zakenman Patrick Decuyper in 2015 opdook om Antwerp FC over te nemen was u ook al de kop van Jut.
“Ook toen was ik de baarlijke duivel. Omdat ik geen schulden wilde kwijtschelden en de grond niet wilde verkopen. Maar om dat te begrijpen, is er wat geschiedenis nodig.”
We hebben tijd.
“De grond van de Bosuil is al sinds 1920 eigendom van de NV Stadion, een aantal rijke Antwerpse families. Antwerp FC kreeg van hen het opstalrecht: de club mag erop bouwen en alles uitbaten. De opbrengst is integraal voor de club, in ruil voor een jaarlijkse erfpachtvergoeding. Dat opstalrecht is in 2002 vernieuwd voor vijftig jaar, met een optie om het nog eens vijftig jaar te verlengen.”
“Vijftien jaar geleden was Antwerp zo goed als failliet. Elke keer opnieuw ben ik bijgesprongen om de putten te dempen. Op een bepaald moment – een zondagavond in januari 2008 – stonden ze aan mijn deur. Voor maandagmorgen moesten ze een half miljoen hebben om Tony Gram (Antwerps zakenman, die onder meer Kipling groot maakte, red.) te betalen. Die had 1,5 miljoen euro aan de club geleend, maar ze konden die laatste schijf niet terugbetalen. De affiches met ‘Te koop’ lagen letterlijk klaar om aan de Bosuil te hangen.”
U heeft toen betaald.
(knikt) “Met tegenzin. De lening die ik hen gaf, liep zes maanden. Als ze me dan niet hadden terugbetaald, zou ik de grond van de club voor 600.000 euro extra kunnen kopen, dat was de waardering ervan door de revisoren van de NV Stadion. Ik ging ervan uit dat ze dat geld zeker zouden terugbetalen, want die grond wilden ze toch niet kwijt. Maar ze betaalden niet en ineens was die heilige grond van mij, zonder dat ik het echt wilde. Het was wel een gouden kans om ervoor te zorgen dat mijn club tot in de eeuwigheid zou kunnen blijven voetballen op het plein.”
En niet onbelangrijk: U krijgt er ook elk jaar geld voor.
“51.000 euro. Dat klopt. Maar je moet me geloven: ik doe het niet voor het geld. Dat interesseert me niet.”
U zou er nochtans een aardige duit voor kunnen krijgen als u verkoopt. Die grond is goud waard.
(fel) “Ik verkoop nooit. Jamais. Niet aan de stad, niet aan Gheysens, aan niemand. En als ik sterf, mag mijn zoon die grond óók niet verkopen. Dat is al allemaal officieel vastgelegd. Ik ben de beste garantie dat de club altijd zal kunnen blijven voetballen op dat plein. Als iemand anders de gronden in handen zou krijgen, ben ik daar niet zo gerust in.”
Daarmee doelt u op Paul Gheysens. Hij is uw vriend niet: waar is het misgelopen tussen jullie?
“In 2015 al. Patrick Decuyper (toenmalige CEO van de club, red.) wilde toen de oude vzw van de club onderbrengen in een nieuwe nv. Maar dat kon alleen als alle schulden waren terugbetaald. Decuyper kon dat naar eigen zeggen niet. Of beter, de mysterieuze geldschieter voor wie hij optrad. Want Decuyper was maar een tussenpersoon. Hij stelde toen aan de schuldeisers voor om twee derde van de schuld kwijt te schelden.”
Wilde u dat?
“Ik wilde daarover praten, op voorwaarde dat ik wist wie die mysterieuze geldschieter was. Als ik twee derde van de schuld zou laten vallen, dan wilde ik wel weten aan wie ik dat geld zomaar gaf, en met wie ik als grondeigenaar sowieso nog moest overeenkomen. Ik kreeg een ‘njet’. Achteraf snap ik dat wel. Als al die schuldeisers hadden geweten dat een kapitaalkrachtig man als Gheysens achter de knoppen zat, hadden ze nooit een twee derde laten vallen.”
Om hoeveel geld ging het bij u?
“3,6 miljoen euro. Dus ja, als Paul Gheysens zegt dat ik hem geld heb gekost, dan klopt dat. Ik heb dat bedrag niet kwijtgescholden. Ik wist ook dat ik sowieso aan de club zou blijven hangen. Want de grond was van mij. Maar hij wilde niet met me praten. Zijn keuze.”
Heeft u nadien met hem gesproken?
(kort) “Nee. En ik denk ook niet dat het nog zal gebeuren. Pas op. Ik vind wel dat hij goed werk heeft geleverd door die twee tribunes te bouwen. Eigenlijk was die bouw in strijd met de voorwaarden van het opstalrecht. Maar de club werd er beter van, dus ben ik content. Ghelamco heeft dat prachtig gedaan. Echt waar. ”
Die prachtige tribunes zijn vanaf 2052 van u. Gratis.
“Dat is onzin. Op dat moment zullen we er een marktconforme prijs voor moeten betalen. Maar dat is niet mijn ambitie. Ik heb er geen verstand van. ”
“Ik snap het eigenlijk allemaal niet. Paul Gheysens heeft al twee tribunes gebouwd en ineens kan hij niet meer verderbouwen. Ik zal hem nochtans niets in de weg leggen en wil het recht van opstal gerust verlengen tot 2102.”
Paul Gheysens wil vooral dat u de grond aan hem verkoopt.
“Al twee jaar dringt hij aan. Hij heeft zelfs laten berekenen hoeveel de grond waard is, op basis van ‘gelijkaardige gronden’ in Tienen, Ninove en Heusden-Zolder. Daar zijn de prijzen dus dezelfde als in Deurne.” (grinnikt)
“Ik had daar niet om gevraagd en nog eens: ik verkoop niet. Het is toch mijn goed recht om dat niet te willen? Net zoals mijnheer Gheysens het zijn recht vindt om dat stukje grond in Brugge niet te verkopen aan Club Brugge. Of gaan we daar niet over spreken?” (lacht)
Het komt écht nooit meer goed tussen jullie, hè?
“We hoeven ook geen vrienden te worden. Ik ben er zeker van dat we ook nu nog, in het belang van de club, toch een oplossing gaan vinden die voor beide partijen aanvaardbaar is. ”
Wat zal die oplossing zijn?
“Ik heb een voorstel uitgewerkt. Jullie krijgen het in primeur. Klaar?
Ja.
“We starten van nul, met een nieuwe overeenkomst voor 99 jaar. De club mag de grond vanaf dan gratis gebruiken. Ze moeten me geen erfpacht meer betalen. Ik hoef geen enkele financiële vergoeding meer. Ghelamco moet zich wel engageren om de nieuwe tribunes met een normale commerciële marge te bouwen en te financieren tegen normale marktvoorwaarden. We vragen dat omdat Antwerp nu voor de twee tribunes jaarlijks enorme sommen betaalt aan een vennootschap van Gheysens. Volgens ons moeten die opbrengsten ten goede komen aan de club.”
Hoe gaat u dat controleren?
“De supporters krijgen een vaste vertegenwoordiging in de raad van bestuur om erop toe te zien dat het clubbelang altijd primeert. Die vertegenwoordiger moet voor alle partijen aanvaardbaar zijn. Dus ook voor ons.”
Geen stroman dus?
(knikt) “U begrijpt me.”
“Ik ga verder. Om te vermijden dat de club zomaar in handen zou vallen van een of ander buitenlands consortium, willen we bij een eventuele verkoop van de club een overdraagbaar right to match. Met andere woorden: als we een bod evenaren met een tegenbod, dan is het voor ons. Ik wil niet zelf eigenaar worden, maar dan kunnen bekwame mensen die er wel verstand van hebben ook hun kans krijgen. Die wil ik dan wel steunen.”
“Mocht ons dat niet lukken en de club komt toch in andere handen, dan vervalt het gratis gebruik van de grond en moet er een marktconforme prijs voor worden betaald. We vragen ook het engagement van Paul Gheysens om de club niet te verkopen de volgende vijf jaar. Die standstill zal rust brengen en in die tijd kan het stadion worden afgewerkt.”
Is dit te nemen of te laten?
“Ik geef al veel, moet ik nog meer geven? Het zijn principes, krijtlijnen, die nog verder uitgewerkt moeten worden. Er is marge, maar niet veel. We doen stevige toegevingen, proberen niet onredelijk te zijn. We verwachten dat ook van mijnheer Gheysens.”
Wat hij daarvan vindt, zal nog moeten blijken. Maar er is nog een derde partij, burgemeester Bart De Wever. De stad zou u zelfs willen onteigenen?
“Bart De Wever kent mijn standpunt. Met hem heb ik wel een persoonlijk gesprek gehad, vorige zomer. Ik heb hem hetzelfde verteld als nu tegen jullie, zij het in een iets kortere vorm. We hopen alleszins dat dit een opening kan zijn. Dat ook Paul Gheysens, nu hij supporter én zelfs symbolisch Antwerpenaar is geworden, zijn rood-wit hart laat spreken. Samen met mij.”
1. Er wordt een nieuwe erfpachtovereenkomst afgesloten met een looptijd van 99 jaar.
2. Er dient geen financiële vergoeding te worden betaald voor de grond.
3. Ghelamco engageert zich om als aannemer de tribunes te bouwen met een normale, marktconforme commerciële marge.
4. De Ghelamco-groep zorgt voor de financiering van de bouw aan normale, marktconforme voorwaarden (zonder bijkomende marge).
5. Alle opbrengsten van het stadion (rechtstreeks en onrechtstreeks) komen ten goede van de club.
6. De supporters krijgen één vertegenwoordiger in de raad van bestuur.
7. Bij de eventuele verkoop van de club en/of het stadion, heeft de grondeigenaar een right to match. Wanneer dat niet wordt uitgeoefend, zal wel een vergoeding van de grond verschuldigd zijn.
Bron: Nieuwsblad 10/06