door jenske » vr 02 jun 2023, 16:39
Dat hij niets met voetbal heeft, benadrukt Bart De Wever (N-VA) tot vijfmaal toe. Maar dat een club uit Antwerpen kampioen kan worden en de bijhorende volkshysterie, vindt de burgemeester “ontroerend”. Om straks mee op zoek te gaan naar een oplossing voor de Bosuilgronden, zegt hij in een exclusief gesprek met HLN. “Als je München binnenrijdt en je ziet dat stadion van Bayern, denk je: ‘Wow. Deze stad doet ertoe.’ Antwerpen heeft dat ook nodig.”
Het was schrikken, toen Bart De Wever op zijn Instagramprofiel een foto van een CT-scanner postte, met het bijschrift dat hij de longen van een zeventigjarige had. Long Covid bleef op zijn gezondheid inhakken. Maar kijk, twee weken later gaat het beter, zegt hij. “Ik kan rustig beginnen opbouwen. Dat zal zeker nog twee maanden oudemannensport zijn, en ik moet nog de courage vinden om te herstarten. (kucht) Ik ben er nog niet helemaal door. Zeker de stem laat het nog regelmatig afweten. Maar het komt wel goed.”
Tijd om het over voetbal te hebben.
“Alles wat ik over voetbal weet, kan ik op twintig seconden zeggen.”
U bent wel de burgemeester van een stad waarin het voetbal decennia op zijn gat lag. Antwerp kan nu voor het eerst in 66 jaar kampioen worden. Wordt u daar dan niet over aangesproken?
“Eigenlijk niet. Het is zo genoegzaam wel bekend dat ik weinig weet over voetbal. En dat ik er ook niks over te melden heb.”
“Maar natuurlijk weet ik wel dat het een hot topic is. Ik woon in Deurne. Wanneer ik door de buurt wandel, zie ik overal rood-witte vlaggen. Dat is ontroerend. Dat verwarmt mijn hart. Ik ben een gemeenschapsdenker, onderschat dat niet. Ik ben een conservatief. Dus alles wat mensen aan elkaar kleeft, juich ik toe. Zelfs de dingen waar ik niet zelf in deel.”
Hoe belangrijk is de club voor de stad?
“De grootste vereniging van mijn stad is Antwerp. Dat de club het weer goed doet en op topniveau kan meedoen, is zeer betekenisvol voor ons. Wij zijn geen onbelangrijke stad in ons land. Economisch denk ik te mogen zeggen dat we de aorta zijn van heel de Vlaamse en zelfs Belgische economie. Bij een stad van die allure hoort ook een voetbalploeg die kan meedoen met de beste. Dat is eigenlijk de logica der dingen. En dat heeft ons jarenlang ontbroken. Dus ja, ik ben als burgemeester genoopt daar wel mee bezig te zijn.”
“Ik kan me geen periode herinneren in de afgelopen tien jaar dat ik niet met voetbal bezig ben geweest. Dat is letterlijk zo van de eerste dag sinds mijn burgemeesterschap. Niet met de sport op zich - ik ben geen fan en ik volg het niet. Ik kijk er ook niet naar. Maar het gegéven voetbal en wat het doet met mensen: razend interessant.”
U zegt veel met voetbal en Antwerp bezig te zijn. Dan kan ik me inbeelden dat u een zekere band met Paul Gheysens heeft opgebouwd.
“Ik ken iedereen die bij voetbal betrokken is. Zoals ik ook bijna iedereen ken die bij het zakenleven in Antwerpen betrokken is. CEO’s van grote bedrijven. Investeerders die betrokken zijn in de farma, de petrochemie, de diamantsector. Dat is mijn taak: die stad zo goed mogelijk helpen draaien. Antwerpen is ‘open for business’.”
“Dus ja, ik ken Paul Gheysens. Als ontwikkelaar. En als eigenaar van de belangrijkste vereniging van mijn stad. In beide gevallen is Paul Gheysens onze partner.”
Dan lijkt het normaal dat u met Paul Gheysens gesproken heeft over zijn problemen met de grond van de Bosuil.
“Natuurlijk.”
En ik heb mij laten vertellen dat u ook al samengezeten heeft gehad met Tania Mintjens, eigenaar van die grond.
“Die hele grondkwestie is niet gemakkelijk. Dat heeft historisch heel diepe wortels. We trachten partijen tot akkoorden te brengen. In functie van de ontwikkeling van de club. Die gaat hand in hand met de infrastructuur.”
“Voor de stad zou een vernieuwde Bosuil ook interessant zijn. Een modern stadion kan veel betekenen voor de uitstraling van een stad. Als je München binnenrijdt en je ziet dat ‘vogelnest’ dat daar staat (de Allianz Arena van Bayern München, red.)... Ik zal er wel nooit binnenkomen om naar voetbal te kijken. Maar ik kijk ernaar en denk: ‘Wow. Dit is niet zomaar een stadje. Deze stad doet ertoe’.”
“Dus ja. Onze stad heeft een stadioninfrastructuur nodig die bij haar status past. Daarom vind ik het ook echt tot mijn job behoren om te trachten die hele situatie tot een goed einde te brengen.”
Hoe doet u dat?
“Praten. Veel praten. Ook achter de schermen. Ik probeer mensen rond de tafel te krijgen. Pas op, ik doe dat ook voor de Antwerp Giants in het basketbal. Dat doe ik ook voor Beerschot. Dat doe ik ook voor grote corporates in andere bedrijfstakken.”
(denkt na) “Ik hoor vaak: ‘Op het stadhuis wordt er heel veel gekonkelfoesd.’ Wel, ik ontken dat dus niet. Ja, er wordt op het stadhuis van Antwerpen veel gekonkelfoesd. En ik denk dat dat doodnormaal is.”
“Ik weet ook niet of dat vroeger ook zo gebeurde. Ik durf er een beetje aan te twijfelen. Maar ik durf het wel zeggen. Ik doe dat. Ik doe dat in het algemeen belang van mijn stad. En ik doe dat ook in dit dossier. Maar aangezien het lopende is, denk ik dat het het beste is er niets over te zeggen. Om niemand voor het hoofd te stoten. Maar uiteraard hoop ik op een gunstig resultaat.”
Ik zal mijn vraag anders stellen. Hoe belangrijk is het voor de burgemeester van Antwerpen dat Antwerp op de Bosuil blijft?
“Die Bosuil geldt als heilige grond. Ik heb voetbalpsychologie leren min of meer doorgronden. Dat was voor mij niet zo gemakkelijk. Tien jaar geleden, toen Antwerp en Beerschot allebei aan de grond zaten en we geen eersteklassevoetbal meer hadden, kwam er een aanbod om een stamnummer uit West-Vlaanderen over te nemen (zakenman Patrick De Cuyper probeerde voetbalclubs Zulte Waregem en KV Oostende naar Antwerpen te verhuizen, red.). Dat klonk mij als muziek in de oren. Ik had daar al in het zakenleven een ronde voor gedaan. We hadden behoorlijk wat kapitaal op het oog. Maar dat is gebotst op de voetbalpsychologie waarbij dat blijkbaar allemaal niet zomaar kan. Ik heb toen leren ervaren en onthouden wat een traditieclub eigenlijk is. ‘Ein Traditionsverein’, zeggen ze in het Duits. En daar kun je niet zomaar wat mee beginnen boetseren.”
“De ideale oplossing is dat je op de Bosuil een stadioninfrastructuur hebt die klaar is voor Europees topvoetbal. Dat is het resultaat waar we nu naartoe werken. Dat is plan A. En alle mogelijke manieren die tot plan A leiden en die steek houden, en waar ik iets voor kan betekenen, daar zal ik mijn uiterste best voor doen.”
En wat is plan B?
“Dat weet ik niet. Ik ben niet de eigenaar van Antwerp. Ik hoop ook dat er geen plan B moet zijn of komen. Mijn focus ligt alleen op plan A. Ik zeg altijd: je moet nooit een plan B maken. Want dan wordt dat binnen een week plan A. Je moet eerst op het resultaat spelen dat je moet boeken. En niet beginnen spreken over andere oplossingen. Want dat zaait verwarring. En voor je het weet, is plan A al afgevoerd omdat je een plan B had. Dus dat doen we beter niet.”
U heeft zelf in 2018 gezegd dat het Bosuilstadion tegen eind 2019 rondgebouwd zou worden. 4,5 jaar later is het nog een halve bouwwerf. Is dat pijnlijk?
“Het is ook niet dat er niks gebeurd is. Ik heb het gezien 10 jaar geleden. Als je er nu komt, wekt het toch al wel lichtjes een andere indruk. Maar het zou afgebouwd moeten worden, dat klopt. En ik hoop dat alle partijen die daarbij een rol moeten spelen ook het nodige doen. Ik wil er verder niet te veel uitspraken meer over doen. Maar hoe sneller de stad in actie kan komen om vergunningsaanvragen te beoordelen, des te gelukkiger ik zal zijn.”
Hoe sterk is de verwevenheid tussen de partij N-VA en de club Antwerp? Philip Muyters en Bart Van Camp zitten in de raad van bestuur van Antwerp. Peter Wouters, Annick De Ridder en Ludo van Campenhout zijn hevige supporters.
“Dat is vergezocht. Antwerp is gewoon de dominante vereniging op vlak van voetbal in onze stad. Dat wil zeggen dat iedereen die in die omgeving woont, betrokken is op die club. En dan zal je wel mensen vinden van N-VA die daar een rol spelen. Dat is de logica der dingen. Er zijn ook heel wat leden van onze partij die sympathie hebben voor Beerschot.”
Opmerkelijk genoeg vind ik bij Antwerp amper of geen leden van CD&V, Groen of Open VLD terug.
“Dat is dan eigenlijk hún probleem, als je begrijpt wat ik bedoel. Als je een partij bent die in Antwerpen verankerd is, dan denk ik dat je normaal mensen moet hebben die in de sfeer van die twee grote verenigingen zitten.”
“Als je nu die namen noemt, dan lijkt dat precies of dat is zo een onderdeel van een plan of een schema. Maar de waarheid is veel prozaïscher. Dat zijn vaak mensen die al van kindsbeen af in Tribune 2 hebben gezeten. Schepen De Ridder zat er aan de hand van haar papa. Dat zijn banden die decennia teruggaan. En dus dat die mensen later, als ze dan in de politiek zitten, dat engagement naar Antwerp gewoon verder zetten. Dat is niet abnormaal, net zoals Luk Lemmens heel zijn leven op die planken van Beerschot heeft gesleten. Daar zit allemaal niet veel meer achter dan het natuurlijke verloop van mensen en dingen.”
Mogen we spreken van een kruisbestuiving tussen stad en familie Gheysens?
“Ik zou dat zo niet noemen. Maar als een ondernemer zoveel geld op de tafel legt om een club te transformeren van een probleemkind naar een glorieverhaal? Daar voel ik heel veel erkentelijkheid voor. Dat spreekt ook voor zich.”
U heeft de vorige wedstrijd bewust niet bijgewoond, omdat u geen ticketje van een andere supporter wou afpakken. Hoe gaat u zondag de kampioensmatch volgen?
“De belangrijke wedstrijden volg ik op de websites van de media. Ik wil die uitslagen wel weten. Maar als ik aan één ding een hekel heb, dan is het aan ‘gloryhunting’. Supporters die geen supporters zijn, maar die wel voor de allerbelangrijkste wedstrijd komen opdagen. Ik zou dat als fan niet waarderen. En ik ga dat dus ook nooit doen.”
Welke taferelen verwacht u zondag?
“Als het Antwerp nog ontglipt, zal het zuur zijn. Zelfs voor mij. Maar als het goed komt, wordt het complete waanzin. Een volksfeest. Een overstroming van vreugde zoals we die zelden hebben gezien.”
“Ik heb veel vrienden die nu al weken niet kunnen slapen van de stress. Die kaarsjes gaan branden en duizend doden gaan sterven zondag. Ik zie die mensen, die supporters, zo graag. (benadrukt) Die van Beerschot óók, hé. Maar voor de toekomst van Antwerp zou een kampioenschap enorm zijn. Meedoen aan de Champions League zou in de opgang van die club een quantumsprong betekenen. Ook voor Paul Gheysens, die er zoveel heeft ingestoken. Ik gun hem dat allemaal. Ik voel een grote dankbaarheid naar wat er daar op de Bosuil is gebeurd. Antwerp was een belangrijke stad met tweederangsvoetbal. We hebben nu aan een een aantal mensen, maar misschien vooral Paul Gheysens, het sportieve succes te danken. Die kers op de taart gun ik hen tweehonderd procent.”
bron
Essevee!